Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Vrouwen met uitkering stromen minder vaak uit naar werk

Vrouwen zijn relatief oververtegenwoordigd in de sociale zekerheid, met name in de bijstand. Zij stromen minder vaak uit naar werk. Dit ligt mogelijk aan de manier waarop ze naar werk zoeken en de manier waarop hun omgeving hen hierin stimuleert.

12 december 2016

De Inspectie SZW heeft onderzocht of het adagium ‘werk boven inkomen’ voor mannen en vrouwen verschillend uitpakt. Dit blijkt zo te zijn, in het nadeel van vrouwen. Vrouwen stromen vanuit de uitkering (WW en Bijstand) minder vaak uit naar werk dan mannen. De uitstroom (tenminste 3 maanden naar betaald werk) uit de WWB stijgt sinds 2012, maar is laag voor beide groepen. In 2015 is dit onder vrouwen circa 8 procent en onder mannen 11 procent. In de WW zijn de percentages zoals verwacht hoger, maar het verschil is eveneens aanzienlijk: 33 procent van de vrouwen tegenover 38 procent van de mannen stroomt uit naar betaald werk. Een mogelijke oorzaak hiervan is de verschillende wijze waarop mannen en vrouwen hun zoektocht naar werk oppakken als zij een uitkering ontvangen. Op de algemene vragen “Heeft u afgelopen half jaar iets gedaan om aan het werk te komen” (51% t.o.v. 41%) en “bent u van plan de komende periode werk te gaan zoeken” (62% t.o.v. 48%) antwoorden mannen in de WWB significant vaker bevestigend. Vrouwen zijn, met name wanneer zij kinderen hebben, minder bereid op onregelmatige tijden te werken of een langere reistijd te accepteren. Vrouwen in de bijstand zijn niet vaker ontheven van de sollicitatieplicht dan mannen (zelfrapportage), maar ervaren wel een minder actieve re-integratieondersteuning.

Vrouwen in alle uitkeringen merken minder druk uit hun omgeving om werk te zoeken dan mannen. Bij vrouwen met kinderen in de WW is dit 56%, bij mannen met kinderen 75%. In de WWB zegt 66 procent van de mannen met kinderen dat de sociale omgeving van hen verwacht dat zij werk zoeken tegenover 33 procent van de vrouwen met kinderen. Als dezelfde vraag wordt gesteld aan mensen met kinderen in de arbeidsongeschiktheidregelen zijn de percentages: 29% t.o.v. 14%.

Volgens de Inspectie zijn mannen en vrouwen mogelijk gebaat bij een verschillende re-integratieaanpak. Zo zou aan vrouwen meer activerende en motiverende hulp geboden kunnen worden, ook bij hun zoektocht naar de gewenste kinderopvang.

Download

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.