Met de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) in 2015 werd het stelsel van intensieve, langdurige zorg sterk hervormd. Een belangrijke rol bij het ondersteunen van de uitvoering van langdurige zorg werd weggelegd voor praktijkondersteuners in de huisartsenzorg (POH). Het rapport "Het organiseren van langdurige zorg en ondersteuning voor thuiswonende patiënten" dat onlangs door onderzoeksinstituut Nivel is uitgebracht evalueert de rol van POH's in de hervorming van de langdurige zorg.
Functie
Uit het onderzoek blijkt dat de praktijkondersteuners een belangrijke rol vervullen in het zorgproces: ze houden contact met de huisartsen en helpen hen met het bieden van regelmatige zorg, terwijl ze tegelijkertijd de patiënten helpen in het signaleren van hun specifieke zorgbehoeften en het leggen van contact met de bijpassende zorginstellingen. De praktijkondersteuners worden daardoor gezien als essentiële netwerkers in de huisartsenzorg.
Samenwerking
Tijdens het onderzoek gaven de praktijkondersteuners aan dat ze veel belang hechten aan de samenwerking met diverse zorgprofessionals buiten de huisartspraktijk. Deze netwerken zijn belangrijk bij het bieden van langdurige zorg, doordat de praktijkondersteuners optreden als tussenpersoon voor alle betrokken partijen. Dit geldt al helemaal voor ouderen met een zwak sociaal netwerk, waarbij anders een gebrek aan passende zorg dreigt te ontstaan.
Hogere werklast
Het feit dat ouderen langer blijven thuiswonen betekent voor de praktijkondersteuners echter een hogere werkdruk. Een veelgenoemd probleem is dan ook de tijd die de samenwerkingsverbanden vergen. Hoewel de praktijkondersteuners ervan verzekerd zijn dat ze hun taken aankunnen, geven ze aan dat ze vaak onvoldoende de tijd hebben om hun werkzaamheden volledig tot uitvoering te brengen, en dat er nog onduidelijk heerst over welke instantie precies welke verantwoordelijkheden draagt. Het rapport concludeert dan ook dat praktijkondersteuners behoefte hebben aan meer duidelijkheid betreft de functies van alle betrokken instanties, en aan meer tijd en ruimte voor samenwerking.
Zie hier het volledige deelrapport.
