De Jeugdzorgregio Den Haag moet reële tarieven hanteren aan de verbonden jeugdzorgaanbieders, zo heeft het Gerechtshof besloten. Dit vonnis werd bekrachtigd nadat de regio in hoger beroep was gegaan.
Rozemarijn van Grieken (Redactie Zorg&Sociaalweb)
Sinds 2015 is de jeugdhulpverlening stelselmatig gewijzigd. Waar vóór 2015 de Nederlandse Zorgautoriteit de tarieven voor een aantal jeugdhulpvoorzieningen vaststelde, lag deze besluitvorming na 2015 bij de gemeenten zelf. De uitvoering van de Jeugdwet wordt sindsdien gedaan door gemeenten. Om dit te regelen dienen gemeenten een balans te vinden tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp en de kwaliteit om deze hulp te waarborgen, die zij vervolgens moeten kunnen verantwoorden. Het betreft hier een reële kostprijs voor de aangeboden jeugdhulp door aanbieders. De gemeenten moet er voor zorgen dat zowel de vereiste activiteiten als de arbeidsvoorwaarden worden gedekt, in de vorm van een reële kostprijs.
De jeugdzorgaanbieders (gezamenlijk: Jeugdformaat) die verbonden zijn aan de Jeugdzorgregio Den Haag (gezamenlijk: H10-gemeenten) hebben bezwaar aangetekend naar aanleiding van de geboden tarieven door de regio. De aanbieders eisen dat deze worden aangepast naar de in de Jeugdwet opgestelde richtlijnen. De voorzieningenrechter oordeelde aanvankelijk in het geljk van het Jeugdformaat, al stelde het de H10-gemeenten in het gelijk wat betreft de stelling dat de tarieven niet voor elke aanbieder kostendekkend hoeven te zijn, omdat dit zou betekenen dat de duurste aanbieding bepalend zou zijn voor het tarief. Daarentegen dienen de tarieven wel reeël te zijn en de prijs mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de te leveren jeugdhulp. De H10-gemeenten gaven aan dat zij geen ruimte hebben om rekening te houden met alle individuele jeugdhulpaanbieders, wat vervolgens door de voorzieningenrechter werd ontkracht. Er dient juist rekening gehouden te worden met onderbouwde kostenverschillen tussen aanbieders om reële tarieven vast te stellen. Hiermee zijn de jeugdzorgaanbieders in hun gelijk gesteld en wordt de Jeugdzorgregio Den Haag verplicht te komen met een reële kostprijs die is vastgesteld aan de hand van de specifieke activiteiten (plus de berekende arbeidsvoorwaarden) voor de te leveren jeugdhulp, aan de hand van de regels die zijn vastgelegd in de Jeugdwet.
Bekijk de volledige uitspraak hier.
