Op 20 september 2016 maakte het kabinet bekend extra geld uit te trekken voor de bestrijding van armoede onder kinderen. In Nederland lopen 421.000 kinderen risico op armoede en sociale uitsluiting. Voor die kinderen wordt door het Kabinet 100 miljoen euro beschikbaar gemaakt zodat ook kinderen die in armoede leven kunnen zwemmen en sporten. Ook voor schoolboeken is geld vrijgemaakt.
Koning Willem-Alexander benadrukte in de Troonrede dat het belangrijk is dat kinderen die dreigen op te groeien in armoede toegang krijgen tot schoolreisjes, zwemlessen, sportclubs en muziekles. In een bredere context sprak de Koning over het bewust inrichten van voorzieningen die ten goede komen aan toekomstige generaties. De belangen van alle kinderen in Nederland spelen zo een grote rol in het uitwerken van nieuw beleid.
Volgens de laatste cijfers van het CBS lopen 421.000 kinderen in Nederland risico op te groeien in armoede en sociale uitsluiting te ervaren. Van hen groeien 131.000 kinderen op in een gezin met een langdurig laag inkomen. Sociale uitsluiting en gevoelens van onzekerheid en schaamte zijn blijvend van invloed op de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. De kans dat arme kinderen in hun latere leven ook arm zijn is bijna twee keer zo groot als bij niet-arme kinderen (7 procent versus 4 procent). Het is bovendien bekend dat kinderen die in armoede opgroeien een lager opleidingsniveau bereiken en relatief vaak gezondheidsklachten hebben.
Het bestrijden van armoede onder kinderen in Nederland blijkt ook voor de Nederlandse overheid een grote uitdaging. Van de €100 miljoen die door het Kabinet beschikbaar wordt gesteld, gaat 90 miljoen naar gemeenten. Sinds de decentralisatie zijn gemeenten verantwoordelijk voor het armoedebeleid. Het ontbreekt deze 90 miljoen echter aan een specifiek oormerk, waardoor gemeenten deze middelen in de praktijk voor andere zaken aan kunnen wenden.
Kinderrechtenorganisaties Defence for Children en Save the Children pleiten derhalve voor het oormerken van de beschikbare fondsen die gemeenten ontvangen voor het vormgeven van armoedebeleid en meer specifiek voor het bestrijden van armoede onder kinderen.
