Wat kost een traplift?

De ombudsman leest in de wet dat er nooit meer aan eigen bijdragen gevraagd mag worden dan de kostprijs van een voorziening. Zij vraagt de gemeente om inzicht te geven in wat de traplift heeft gekost, welk bedrag de vrouw al heeft betaald en welk bedrag zij nog moet betalen. De gemeente legt daarop uit dat de kostprijs van de traplift is opgebouwd uit de aanschafkosten, de verlengde garantie en de onderhoudskosten. Voor het vaststellen van de eigen bijdrage gaat de gemeente uit van een gemiddelde levensduur van 15 jaar.
Alleen als de vrouw de traplift 15 jaar gebruikt, betaalt zij de volledige kostprijs. Besluit zij om het gebruik eerder te stoppen (om bijvoorbeeld zelf een traplift aan te schaffen), dan stopt vanaf dat moment de eigen bijdrage en hoeft zij geen restbedrag te betalen. Uitgaande van een gebruiksduur van 15 jaar, zal de vrouw de eigen bijdrage uiterlijk tot eind 2026 moeten betalen.
Of dat daadwerkelijk zo is, hangt af van de levensduur van de traplift en hoe lang zij de traplift blijft gebruiken.
Het is nog niet duidelijk wat er gaat gebeuren als de vrouw de traplift ná 15 jaar nog steeds kan en wil gebruiken. De gemeente werkt een voorstel daarvoor uit, dat naar verwachting in mei 2017 wordt vastgesteld.

Voor de betaalde eigen bijdragen verwijst zij haar naar het Centraal Administratie Kantoor (CAK). De gemeente heeft namelijk geen toegang tot de gegevens.
De ombudsman stelt vast dat de gemeente nu wel inzichtelijk heeft gemaakt wat de kostprijs van een traplift is en hoe lang de vrouw de eigen bijdrage zal moeten betalen. Zij kan de uitleg van de gemeente volgen en constateert dat de gemeente handelt in overeenstemming met de regelgeving. Zij vraagt de gemeente om haar op de hoogte te stellen van het nieuwe beleid, zodat zij de vrouw daarover te zijner tijd kan informeren.