Onderzoeksbureau AEF heeft het kwalitatief onderzoek naar discrepanties in de verdeelmodellen sociaal domein afgerond. Conclusie is dat voor de meeste discrepanties kwantitatief vervolgonderzoek nodig is om ze te onderbouwen of te weerleggen. AEFadviseert daar op korte termijn mee te starten.
Het onderzoek is gedaan in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vanwege de signalen van gemeenten over tekorten in het sociaal domein.
Veel potentiële discrepanties
Gemeenten hebben in het onderzoek veel potentiële discrepanties genoemd. Dit zijn onder andere effecten van de transformatie die nog niet bekend waren toen de verdeelmodellen werden gemaakt, nieuwe regelgeving, ontbrekende elementen in de verdeling, een beter zicht op de uitgangssituatie waarop de verdeelmodellen zijn gebaseerd of autonome ontwikkelingen die invloed hebben op de kosten in het sociaal domein.
Al deze mogelijke knelpunten zijn door de onderzoekers geplaatst in de context van de relevante verdeelmodellen, de Financiële verhoudingswet en de werkwijzen van gemeenten in het sociaal domein.
De paragrafen 3, 4 en 5 geven een heldere beschrijving van deze onderwerpen. Daarmee zijn zij aan te bevelen als naslagwerk voor mensen die op zoek zijn naar meer informatie hierover.
Voor- en vervolgonderzoek
Het onderzoek van AEF kan worden gezien als een vooronderzoek waarin alle signalen van gemeenten en andere partijen met betrekking tot de verdeelmodellen sociaal domein samenkomen.Voor de meeste discrepanties is kwantitatief vervolgonderzoek nodig om ze te onderbouwen of te weerleggen.
Bestuurlijk overleg
Op 23 mei vindt er bestuurlijk overleg tussen Rijk en VNG plaats waar de reikwijdte van een dergelijk vervolgonderzoek, de onderzoeksmethode en het proces op de agenda staan.
