Sommige samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs moeten zo veel bezuinigen op passend onderwijs dat leerlingen en leerkrachten erdoor de dupe worden. Dat zeggen bestuurders in verschillende regio’s.
Het gaat om regio’s waar jarenlang relatief veel leerlingen werden verwezen naar het speciaal onderwijs. Door een nieuwe verdeling van het landelijke budget van 1,1 miljard euro voor ‘zware ondersteuning’ -niet meer op basis van zorgvraag maar leerlingaantal- moeten ze geld inleveren.
Verschuiven
Zo verschuift er 100 miljoen euro tussen de 152 regionale samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs. Deze geleidelijke verevening moet over drie jaar zijn voltooid. 78 samenwerkingsverbanden krijgen er geld bij, 74 leveren in. 28 daarvan verliezen minstens 20 procent van hun inkomsten. In het primair onderwijs lopen de bezuinigingen op tot ruim 4 miljoen euro (regio Tilburg), in het voortgezet onderwijs tot 5,5 miljoen (Zwolle).
Er valt best geld te besparen, erkent voorzitter Martin van den Berg van het vo-samenwerkingsverband in Eindhoven. “Maar 4 miljoen euro is gewoon te veel.” Bestuursvoorzitter Dave Ensberg van zeven scholen voor speciaal onderwijs in de regio Tilburg: “We kunnen niet het maximale uit kinderen halen.” Hij noemt de maatregel penny wise, pound foolish.
