Mensen die door problematische schulden hun boetes niet kunnen betalen, krijgen voortaan een adempauze. Minister Dekker van Rechtsbescherming komt per 1 april 2020 met een zogenoemde noodstopprocedure bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).
In maart 2019 dienden Tweede Kamerleden Raemakers (D66) en Peters (CDA) een motie in die de regering opriep om in overleg met CJIB en gemeenten tot een ‘noodstopprocedure’ te komen voor mensen met schulden die hun administratieve sancties op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv-boetes) niet kunnen betalen.
De procedure wordt op 1 april 2020 landelijk ingevoerd. Het ministerie van J&V heeft de procedure het afgelopen jaar samen met SZW, CJIB, VNG, Divosa, NVVK (branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) en de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Haarlem, Tilburg en Deventer ontwikkeld.
Deze procedure bestaat uit de vijf pijlers:
Mensen die door schulden hun geldelijke sanctie niet kunnen betalen, en bij wie geen uitzicht bestaat op betaling, kunnen maximaal vier maanden uitstel van betaling (= noodstop) krijgen
Het CJIB schort de inning op. Er worden geen nieuwe verhogingen opgelegd
Betrokkene meldt zich bij de gemeente/schuldhulpverlening. Op het moment dat schuldhulpverlening wordt gestart, kan de noodstop met acht maanden worden verlengd
De noodstop kan worden beëindigd als afspraken niet worden nagekomen
De geldelijke sanctie van het CJIB wordt na de noodstop (in termijnen) afbetaald, mede afhankelijk van het gekozen schuldhulptraject
De betrokken partijen vinden deze procedure goed uitvoerbaar. Dit komt omdat momenteel verschillende onderdelen ervan al worden toegepast. Gemeenten bieden bijvoorbeeld al schuldhulp en het CJIB kan betalingsregelingen treffen.
Belangrijk verschil is dat de onderdelen beter aan elkaar worden gekoppeld. Hierdoor zullen mensen vermoedelijk sneller, vaker en makkelijker in beweging komen voor hulp bij hun gemeente, en dat geldelijke sancties uiteindelijk beter worden betaald.
De rol van de gemeenten verandert dus niet. Zij zullen net als nu verzoeken om schuldhulpverlening van inwoners ontvangen beoordelen en hen daarvoor al dan niet toelaten.
Zij kunnen het hulpverleningstraject bovendien naar eigen inzicht inrichten en betrokkene helpen om uiteindelijk een betalingsregelingen te treffen met het CJIB, zodat de openstaande boetes kunnen worden afbetaald