Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Gemeenten pakken fraude met zorggeld aan

Het geld dat gemeenten uitgeven aan zorg en ondersteuning, moet terecht komen bij de mensen die dat nodig hebben. Dat is niet altijd het geval. Afgelopen 1,5 jaar hebben de Drechtsteden, Cromstrijen, Gorinchem en Schiedam samen met ketenpartners de risico’s op fouten en fraude in kaart gebracht. Vervolgens hebben ze onderzocht hoe ze misbruik, oneigenlijk gebruik en ondoelmatig gebruik van geld voor de Jeugdwet en Wmo2015 kunnen voorkomen. Ze hebben ook eerste ervaringen met de nieuwe aanpak opgedaan. Hun pilot-resultaten zijn vanaf nu beschikbaar voor alle belanghebbenden in het land.

VNG 13 december 2016

Voorzitter van de pilot-stuurgroep, burgemeester Jan Heijkoop: “In de media verschijnen regelmatig berichten over fraude met geld bedoeld voor de zorg en ondersteuning. En over zorggelden die niet doelmatig of oneigenlijk worden besteed. Dit terwijl de zorgbudgetten van gemeenten onder druk staan. Fraude met zorggelden ondermijnt het zorgstelsel, de solidariteit en ons vertrouwen in mensen die in de zorg werken. Vandaar het grote belang van deze pilot. Naast het aanpakken van fraude met zorggelden willen we ook de kans op fouten verkleinen, bijvoorbeeld vergissingen met een declaratie.”

Verschillende aandachtspunten

In de eerste pilotfase heeft de Erasmus Universiteit Rotterdam geconcludeerd dat het grootste risico op fouten en fraude bij de aanbieders schuilt, niet bij de mensen die ondersteuning of zorg ontvangen. Daarnaast blijkt Persoonsgebonden budget-zorg (Pgb) risicovoller dan zorg in natura. In de tweede pilotfase hebben de gemeenten elk verschillende aandachtspunten gekozen. Variërend van het geven van voorlichting en het instellen van een meldpunt, tot aan het onderzoeken van de juridische grondslag voor het nemen van sancties, het instellen van proactief toezicht en het verbeteren van de ketensamenwerking binnen de gemeente.

Cirkel van naleving helder handvat

De pilotdeelnemers gebruiken de zogeheten Cirkel van naleving als handvat voor het voorkomen en aanpakken van fouten en fraude met geld van de Jeugdwet en Wmo2015. Deze cirkel kent vier stappen: Communiceren, Dienstverlenen, Controleren, Sanctioneren. “Door goede afstemming van de stappen ontstaat samenhangend beleid, een juiste balans tussen preventie en repressie én aandacht voor kwaliteit, doel- en rechtmatigheid. Het gaat ons niet alleen om fraude; we willen ook voorkomen dat geld gebruikt wordt waarvoor het niet bedoeld is. En dat de geboden zorg en ondersteuning van voldoende kwaliteit is”, zegt Jan Heijkoop.

Communiceren: intentie bepaalt aanpak

Met de eerste stap in de Cirkel van naleving, Communiceren, wil de gemeente bereiken dat klanten hun rechten en plichten kennen en begrijpen – en dat ze beseffen waarom ze die rechten en plichten hebben. Ze moeten ook weten wat de gevolgen zijn als ze iets doen wat niet in de haak is.Aanbieders op hun beurt moeten de kwaliteitseisen kennen en begrijpen – en beseffen waarom die kwaliteitseisen aan hun werk worden gesteld. En ook zij moeten de gevolgen kennen als ze onder de maat presteren. Jan Heijkoop: “We zien een verband tussen kwaliteit en fraude, misbruik en fouten; bij een organisatie die geen goed werk aflevert, spelen vaak ook heel andere problemen. Een rommelige administratie die tot verkeerde declaraties leidt. En soms is dus ook opzet, fraude in het spel.”Bij mensen en organisaties die de voorwaarden van een beschikking, contract of overeenkomst niet nakomen, is de eerste vraag: is het een kwestie van niet-weten, niet-kunnen of niet-willen?“Bij ‘niet-weters’ helpt het geven van volledige, tijdige en op de doelgroep afgestemde informatie. ‘Niet-willers’ moet je sanctioneren”, aldus de stuurgroep-voorzitter.

Dienstverlenen: effectieve en efficiënte overheid

Bij Dienstverlenen gaat het om het vergroten van het gemak voor de klant en aanbieder. Gemeenten moeten belemmeringen om eenvoudig en spontaan de regels te kunnen en willen naleven zoveel mogelijk wegnemen. De gemeentelijke dienstverlening die toegang biedt tot de verschillende voorzieningen moet goed vindbaar, eenduidig, overzichtelijk, eenvoudig en begrijpelijk zijn. Jan Heijkoop: “Hierbij gaat het dus om onze eigen bedrijfsvoering.”

Controleren: niet pluis-gevoel

Hoe meer risico, hoe intensiever de controle moet zijn. Dat geldt zowel voor klanten als voor aanbieders van zorg en ondersteuning. Vroegtijdige signalering kan problemen helpen voorkomen. Als bijvoorbeeld een aanbieder fraudeert, dan kan dit verhaald worden op de klant. Naast overbehandeling, komt ook onderbehandeling voor. Het is belangrijk dat klanten ook zelf in de gaten houden of hun aanbieder wel levert wat is afgesproken.

“Bij het controleren bestaan veel vragen over wat kan, mag en moet. Veel medewerkers voelen zich nu geremd om bijvoorbeeld bij een ‘niet-pluis-gevoel’ in te grijpen. Terwijl we weten dat dat vaak een goede raadgever is. Onze medewerkers moeten weten waar ze met hun twijfels terecht kunnen. Hun werk is al ingewikkeld genoeg. Het gaat dus om meer dan het terugdringen van het aantal fraudegevallen”, aldus de stuurgroep-voorzitter.

Sanctioneren: passend bij de overtreding

Gemeenten kunnen verschillende handhavingsinstrumenten inzetten om klanten en gecontracteerde aanbieders bij bewezen overtredingen aan te pakken. Het gaat daarbij om instrumenten uit het civiel-, bestuur-, tucht- en strafrecht. Jan Heijkoop: “Door een goede, samenhangende afweging van deze instrumenten komen we tot een corrigerende maatregel die past bij de overtreding. En het is een duidelijke boodschap voor iedereen die overtreding van regels overweegt: onderbehandeling, overbehandeling, behandeling die afwijkt van de gemaakte afspraak en vooral fraude, waarbij opzet in het geding is, pakken we stevig aan.”

Pilotdeelnemers en resultaat

Met de invoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorgtaken én voor de kwaliteit en de rechtmatigheid ervan. Het bestrijden van fraude in het gemeentelijke zorgdomein is voor gemeenten dus relatief nieuw. Daarom is medio 2015 de pilot ‘Voorkomen fraude gemeentelijk sociaal domein’ gestart. Met als deelnemers de gemeenten Cromstrijen, Gorinchem, Schiedam, de Drechtsteden, Serviceorganisatie Jeugd ZHZ, uitvoeringsorganisatie ROGplus, zorgverzekeraars DSW en VGZ, Per Saldo belangenvereniging voor mensen met een Pgb, VNG en ministerie van VWS.

De pilotdeelnemers maakten samen de Richtingwijzer Rechtmatige Zorg (RRZ). Voor henzelf en voor andere belanghebbenden in het land. Maandag 12 december 2016 sloten de pilotdeelnemers en andere geïnteresseerden de pilot af met een bijeenkomst waarin ze de RRZ met elkaar bespraken en stilstonden bij hun ervaringen. Ze maakten afspraken over hoe ze met het onderwerp in de toekomst aan de slag blijven.

Niet achteroverleunen

Jan Heijkoop: “Het einde van de pilot betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen. Integendeel. Nu we weten waar de risico’s zitten, kunnen we met elkaar investeren in het verkleinen van die risico’s door onze werkwijzen aan te passen en ze te borgen in onze dagelijkse gang van zaken. En dat doen we als gemeenten in een ketenaanpak: met aanbieders, cliënten, zorgverzekeraars en toezichthouders. Want geld bedoeld voor zorg en ondersteuning, moet terecht komen bij de mensen die dat nodig hebben”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.