Hoe ga je als gemeente om met signalen van fraude binnen de Wmo en de Jeugdwet? En hoe kun je dergelijke fraude voorkomen? Tijdens drie regiobijeenkomsten in november/december gingen beleidsmedewerkers, toezichthouders en consulenten hierover met elkaar in gesprek.
Dagvoorzitter Anouschka Laheij trapte de bijeenkomsten met een aantal stellingen, zoals ‘Ik ben goed toegerust om een fraudesignaal te onderzoeken’. Gemeenten gaven aan hiervoor soms (nog) niet de kennis en soms niet de middelen te hebben.
Aan de hand van een fraudecasus Wmo en een fraudecasus Jeugdwet gingen de deelnemers in groepen op zoek naar oplossingen. Na afloop legden ze hun resultaten en vragen voor aan een deskundig panel. Dit bestond – naast juridische expertise – uit collega’s van gemeente, zorgkantoor, zorgverzekeraar, IGZ en de VNG.
Een aantal algemene tips zijn:
Stel een toezichthouder rechtmatigheid aan voor zowel de Wmo als voor de Jeugdwet om effectief onderzoek te kunnen doen naar fraudesignalen.
Pas – indien nodig – de verordening aan om rechtmatigheid te kunnen toetsen (zie ook de nieuwe modelverordening Wmo artikel 15).
Schenk aandacht aan fraudealertheid aan de poort. Toets de pgb-vaardigheid van cliënten, weet wie de (on)betrouwbare aanbieders zijn en geef bij twijfel een kortlopende beschikking af voor een pgb zodat u kunt evalueren.
Richt een centraal meldpunt voor fraudesignalen in binnen uw gemeente.
Zorg dat de beschikkingen op orde zijn. Laat hiervoor bijvoorbeeld de indicatie van klanten aan de voorkant goed onderzoeken door een deskundige, zodat de beschikking in een later stadium – waar nodig – meer aanknopingspunten biedt.
Heb de maatregelen die u kunt/moet nemen goed op een rijtje. Denk aan het beëindigen van het contract met de zorgaanbieder, het tijdig regelen van vervangende zorg voor uw cliënten, terugvordering, etc.). Zie stappenplan in de bijlage.
