Vanuit de Participatiewet hebben gemeenten de verantwoordelijkheid voor de re-integratie naar arbeid voor hun eigen doelgroep. Bij de re-integratie naar arbeid kan de gemeente onder voorwaarden loonkostensubsidie verstrekken aan een werkgever om hem te stimuleren een dienstverband aan te gaan met een persoon uit deze doelgroep.
Gaat deze persoon vervolgens ziek uit dienst dan heeft hij vanuit UWV recht op een Ziektewet-uitkering. Heeft de gemeente in de afgelopen twee jaar voorafgaand aan de datum dat de werknemer ‘ziek uit dienst’ ging loonkostensubsidie verstrekt? Dan regelt de ‘Regeling procesgang vangnetters gemeentelijke doelgroep Participatiewet’ dat de gemeente de re-integratie van deze persoon weer gaat begeleiden in plaats van UWV. Op de Praktijkdag van 8 december gaf UWV een goed gewaardeerde presentatie over dit onderwerp.
Tot en met 2016 neemt UWV de re-integratie op zich van alle burgers die ziek uit dienst gaan. Vanaf 1 januari 2017 draagt UWV de burgers uit de gemeentelijke doelgroep over aan de woongemeente om de re-integratietaak uit te voeren als zij bij afloop van een dienstverband ziek zijn. Zodra een burger die door uw gemeente aan het werk geholpen is met loonkostensubsidie ziek wordt en recht krijgt op een Ziektewet-uitkering op grond van de no-riskpolis, ontvangt uw gemeente een melding van het Inlichtingenbureau. UWV verzendt de melding op basis van de registratie van de loonkostensubsidie in het digitaal klantdossier (DKD). Deze melding heeft als doel dat uw gemeente de loonkostensubsidie tijdens de Ziektewet-uitkering kan stopzetten. De werkgever ontvangt op het moment dat de ex-werknemer onder de no risk valt namelijk compensatie voor de loonkosten van de werknemer. Als uw gemeente de loonkostensubsidie niet stopzet, ontvangt de werkgever meer dan de werknemer kost.
Als de werknemer vervolgens ziek uit dienst gaat, ontvangt uw gemeente bericht via het Inlichtingenbureau zodat u de re-integratie van de burger kunt oppakken. Als de burger zich bij UWV beter meldt, ontvangt de gemeente hiervan een bericht via het Inlichtingenbureau.
De re-integratieactiviteiten volgens de regeling procesgang vangnetters gemeentelijke doelgroep vertonen overeenkomsten met de werkwijze van UWV voor de burgers die onder haar verantwoordelijkheid vallen. De basis voor de re-integratie zoals UWV die uitvoert wordt gevormd door de probleemanalyse van de arbo-arts of verzekeringsarts. Op basis hiervan kan UWV een plan van aanpak opstellen. Dit plan wordt tijdens de uitvoering ervan periodiek geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Wanneer de ex-werknemer niet is hersteld wanneer het einde van de twee jaar in zicht komt, wordt het re-integratieverslag gecompleteerd met een actueel oordeel van de arbo-arts of verzekeringsarts. Het volledige re-integratieverslag wordt gebruikt bij de beoordeling door UWV van een eventuele WIA-aanvraag.
Ook na de WIA-toekenning blijft de gemeente verantwoordelijk voor de re-integratie. De burgers die UWV overdraagt aan de gemeente voor re-integratie, hebben richting UWV nog steeds de plichten op grond van hun Ziektewet-uitkering. Zo zal UWV na circa 1 jaar ziekte opnieuw de ongeschiktheid tot werken beoordelen (de Eerstejaars-ziektewetbeoordeling).
Zoals gezegd baseert UWV zich bij de overdracht op de registratie van de loonkostensubsidie in het Digitaal Klantdossier (DKD). Het Inlichtingenbureau ontsluit dit in het Re-integratiebericht van het DKD aan het UWV. UWV zorgt voor de re-integratie van burgers zonder werkgever als in het DKD het gegeven loonkostensubsidie niet gevuld is. Voor de burger maakt het verschil of hij door de gemeente of UWV wordt begeleid. UWV heeft - in tegenstelling tot de gemeente - geen mogelijkheid om bij de re-integratie het instrument loonkostensubsidie in te zetten. Het is daarom van belang dat uw gemeente het gegeven loonkostensubsidie registreert.
